Basecoke is een soort gewassen crack. "Die scene speelt zich af in een parallel universum volgens de cijfers zit 1 op de 200 inwoners van Den haag Amsterdam Rotterdam aan de base coke dat is alleen in deze steden al ruim 9.500 gebruikers. Maar wat is Basecoke eigenlijk.
Crack of basecoke is een bewerkte vorm van cocaïne. De bewerking is nodig om de cocaïne rookbaar te maken. De bewerking gebeurt door de snuifcoke (cocaïnehydrochloride) in water op te lossen en een sterke base (bijv. natriumcarbonaat, maagzout of ammonia) toe te voegen. Daarna wordt het uit de oplossing gefiltreerd en blijft er basecoke over.
Snuifcocaïne kan niet gerookt worden. Als je het verhit valt het, voordat het rook wordt, uiteen in andere stoffen. De rook bevat dus weinig cocaïne meer.
Crack/basecoke daarentegen wordt al bij 90ºC rook en valt bij een veel hogere temperatuur (200ºC) pas uiteen in andere stoffen. Daardoor is crack/basecoke wel geschikt om te roken.
In het lichaam vervalt het onderscheid tussen crack/basecoke en cocaïne. De stoffen zijn dan gewoon hetzelfde. Of een cocaïne molecuul van snuifcoke of basecoke afkomt maakt voor het lichaam niet uit. Omdat crack gerookt wordt komt het wel snel en in een keer in het lichaam en bereikt het vrijwel onmiddellijk de hersenen. Daardoor zijn de effecten van basecoke veel heviger en de risico’s veel groter.
Basecocaïne lost bij 90 graden op in rook. De in rook opgeloste basecoke is dan weer veranderd in cocaïne (moleculen). De cocaïne wordt via de longen in het bloed opgenomen. Het bloed met de cocaïne stroomt naar het hart. Het hart pompt het bloed naar de rest van het lichaam en naar alle organen, onder andere naar de hersenen, lever en de nieren. Deze organen zorgen voor de effecten, de afbraak en de uitscheiding.
WERKING VAN BASECOKE
Een deel van het cocaïne-rijke bloed bereikt de hersenen. Bij roken gebeurt dat al na 7 tot 10 seconden. Dat is sneller dan bij snuiven. Bij snuiven moet de cocaïne immers eerst naar het hart voordat het hart het naar de longen stuurt. Dat is een stap meer dan bij roken. Bovendien neemt men bij roken vaak een flinke teug waardoor de hele hoeveelheid cocaïne in een keer de hersenen bereikt.
In de hersenen beïnvloedt cocaïne de manier waarop zenuwen signalen aan elkaar doorgeven. Zenuwen doen dat met behulp van bepaalde stofjes. Deze stofjes worden overdrachtsstoffen genoemd. Cocaïne beïnvloedt vooral de werking van dopamine. Dopamine zorgt ervoor dat het beloningscentrum in de hersenen geprikkeld wordt. Daarom voelen gebruikers zich zo lekker (zie hiervoor de animatie drugs in de hersenen).
AFBRAAK VAN CRACK
Een deel van het cocaïne-rijke bloed komt ook aan in de lever. In de lever zetten enzymen (choline- esterases) een deel van de cocaïne om in afbraakstoffen. Als er getest wordt op cocaïne gebeurd dat op een van deze afbraakstoffen.
UITSCHEIDING
Een deel komt ook aan in de nieren. De nieren filteren de afbraakstoffen uit het bloed waarna ze door de urine uitgescheiden worden.
Voor basecoke gelden dezelfde korte termijn risico’s als bij cocaïne. Zoals belasting van het hart, depressies en gewichtsverlies (zie de risico’s van cocaïne). Bij basecoke is de kans dat deze risico’s optreden veel groter.
UITPUTTING
Basecoke put uit. Gebruikers voelen hun vermoeidheid niet en gaan voortdurend over hun grenzen heen. Ze gaan door tot ze volledig uitgeput zijn.
OVERDOSIS
Het gebruik van basecocaïne kan tot een overdosis leiden. Deze kan fataal aflopen. Doodsoorzaken kunnen zijn:
Stoornissen van het hart- en vaatstelsel. Een te grote dosis kan leiden tot ernstige hartritmestoornissen en tot een hartstilstand. Basecoke vernauwt de bloedvaten en er kan plotseling een veel te hoge bloeddruk ontstaan. Een zwak bloedvat in het hoofd kan knappen waardoor de gebruiker een hersenbloeding krijgt.
Stoornissen van het ademhalingsapparaat. Basecoke kan ook leiden tot een ademhalingsdepressie.
Epileptische aanvallen. Epileptische aanvallen kunnen elkaar in hoog tempo opvolgen. Dit kan dodelijk zijn.
hh